Hoofdstuk 5.4: hikari
Piep, piep, piep..Ik luister naar het eentonige gepiep van de machine. Er heerst een ongemakkelijke stilte in de kamer. Ik werp een blik op Elisa, die glazig naar Lisa staart. Lisa...het jonge meisje die al zoveel heeft meegemaakt.
Ik wend mijn blik van Lisa en Elisa af en staar ongemakkelijk naar de grond waar een saai, eentonig, wit tapijt ligt. Er ligt ook een kleurig kleed, die totaal niet bij de kamer past.
Als ik omhoog kijk, zie ik dat Elisa nog steeds met diezelfde glazige blik naar Lisa staart. Ik vraag me af wat ze denkt.
Een eindje verder ligt de kleine Caitlyn vredig te slapen. Als je zo naar haar kijkt, kun je Lisa er echt inzien. Voor het eerst vormen vandaag mijn lippen een ongemakkelijke glimlach.
Alle rust wordt verstoord door een deur die zwierend opengaat en een gezette vrouw komt binnenvallen.
Het is Babette McCursey, de verpleegster van Lisa. 'Euh, goedenmorg-, euh middag, bedoel ik.' stottert ze ongemakkelijk.
'Goedenmiddag,' antwoordt Elisa droogjes, 'Waar is de dokter?' De verpleegster kijkt naar Elisa en mompelt iets wat op 'Geen idee..' lijkt.
Babette herstelt zich gelijk in haar veel te vrolijke houding. 'De dokter, euh, komt er snel aan.' verzint ze snel.
'Euh, oke mooi. Weten jullie al wat er aan de hand is? Gaat het goed met Caitlyn? En wanneer komt Lisa bij?' Elisa vuurt allemaal vragen op de verpleegster af, die een beetje ongemakkelijk naar de grond staart.
'Nou euh, hoe heet het, euhm..', Babette bedenkt wat ze zou kunnen zeggen, '...We weten niet wat er aan de hand is, volgens mij gaat alles goed met Caitlyn en eh we weten niet wanneer dat meisje, euh, Lisa natuurlijk, eh, bijkomt.' De verpleegster is nou niet echt wat je noemt sympathiek en erg klunzig. Waarom hebben ze haar überhaupt aangenomen?
Plotseling horen we wat gekreun. Iedereen draait zijn hoofd naar Lisa, behalve de verpleegster, die precies de andere kant op kijkt. 'Verpleegster, euh Babette, Lisa is wakker!' roep ik snel.
Lisa glimlacht. 'Goeden, euh, morgen, middag, avond?' mompelt ze. 'Goedemiddag.' zeg ik lachend.
'Meisje, euh, Lisa, sorry, je bent wakker!' gilt de verpleegster. Ze kijkt naar ons, niet wetend wat ze moet doen, maar huppelt dan de kamer uit. 'Ik ga de dokter halen!' schreeuwt ze, voordat de deur met een harde klap dichtvalt. 'Wie is die vreemde vrouw?' hoor ik Lisa vragen. Elisa en ik schieten in de lach en vertellen dat het Lisa's verpleegster is.
'Kon het niet een andere vrouw zijn? Deze snapt waarschijnlijk nog niet eens hoe je een ziekenhuisbed de kamer uitrijdt.' We lachen alle drie even, maar dan verandert Lisa's blik in een wat somberder geval. 'Waar is Caitlyn?' vraagt ze. 'Gaat alles goed met haar?', Lisa snikt, 'Ze is toch niet dood?'
'Nee, nee, lieverd, Caitlyn is niet dood en het gaat prima...', snel wijs ik naar Caitlyn, '..En ze ligt daar.'
Lisa's sombere blik verandert weer in een glimlach. 'Mijn lieve Caitlyn, ik wil jou nooit kwijt, oke?' mompelt ze.
Update
Pas laat verlaten we het ziekenhuis. Het begint al te schemeren. Ik laat een zucht ontsnappen; het was een drukke dag geweest. De dokters weten nog niet wat er met Lisa is, maar het lijkt goed te gaan. Voor nu althans.
We nemen de route door het park, al is die niet de veiligste tegen de avond. Maar goed, hij is wel sneller.
Een alleen meisje die op de rand van de fontein zit, kijkt mij aan met haar bruine ogen. Ze lijken precies op...nee dat kan niet, Dex.
Toch is het zo. Het moet Hikari wel zijn. Wie zou er anders zo uitzien? Ik glimlach even. Het lijkt wel alsof ik in het park de hele tijd oude bekenden tegenkom.
De glimlach verdwijnt snel, want ik wil niet raar overkomen. Serieus, wie denkt nou niet: 'What the hell, waarom lacht die man zo?' als je iemand als een gek ziet glimlachen. '
Ondertussen verander ik van richting. 'Dex, waar ga je heen?' vraagt Elisa ongeduldig. 'Wacht even.' zeg ik snel, als ik naar Hikari toeloop.
Ze draait haar hoofd in mijn richting als ze me ziet. Haar lippen vormen een kleine glimlach. 'He, ben jij niet Dex Shine?' vraagt ze vriendelijk. Ik knik. 'Hikari Yokina!' Ze lacht. 'Thats me! Wat leuk dat ik je weer zie!'
Elisa staat er maar stom bij te glimlachen. Ze heeft geen idee wie deze vrouw is en waarom ze Dex kent. Ze tikt ongeduldig met haar voeten te hopen dat het gesprek snel beëindigd wordt.
Ik knik, terwijl ik moet lachen. Hikari is nog steeds zo'n vrolijk meisje als vroeger. 'Waarom ben jij hier dan? Je bent toch teruggegaan naar Japan met je moeder?' Ze lacht. 'Ja, maar mijn moeder is onlangs overleden en-', 'OH MY GOD, wat erg! Gecondoleerd, Hikari!' roep ik verschrikt uit.
Elisa wrijft over haar arm en kucht dan even. 'Jongens, kunnen jullie niet gewoon jullie telefoonnummers uitwisselen? Ik wil naar huis, schat.' Ze legt de klemtoon nogal op 'schat'. Ik kijk haar even aan. 'Elisa, dit is een hereniging! Die ga ik niet zomaar beëindigen hoor. Weet je wel niet hoelang ik Hikari niet gezien heb?' 'Whatever, Dex. Schiet op, a.u.b.'
Hikari kijkt ongemakkelijk, maar probeert te glimlachen. Ze weet ook niet wie deze vrouw is en wat ze met Dex heeft. 'Ga maar hoor, Dexie. Ik spreek je nog wel. Hier heb je mijn mobiele nummer.' Ze geeft een verkreukeld papiertje, waar snel een nummer op gekrabbeld is. 'Nee, Hikari, we kunnen nog wel even bijkletsen. Elisa wacht wel, toch?' Hoopvol kijk ik haar kant op.
'Nee, Dex, ik wacht niet. Zo duurt dit nog eeuwen en ik wil naar huis. Tot ziens.' Ze draait zich om en begint te lopen. Haar hakken tikken met een snel tempo op de tegels.
'Elies, kom op! Wacht nou!' roep ik. Hopeloos kijk ik naar Hikari, die lacht. 'Ga nou maar Dex. Je hebt mijn nummer. Wat is de jouwe? Dan zet ik hem in me mobiel.' 'Euh, 0675244511..' antwoord ik gauw.
'Maar nu moet ik gaan, hoor!' 'ELISA, WACHT NOU.' Haastig ren ik achter haar aan.
Hikari blijft weer alleen achter. Ze glimlacht even. Dex is geen druppel veranderd, denkt ze opgelucht. Maar wie is die idiote vrouw die bij hem was? Toch niet Dex' vriendin?
Update
Wanneer we eindelijk thuis zijn, ploffen we meteen op de bank neer. Het was een lange dag geweest.
Elisa staart wat glazig in de verte, terwijl ik de tv aanzet. 'He, Dex,' zegt Elisa plotseling, '..Wie is die Hikari nou eigenlijk?' Ik schrik van haar stem en draai mijn hoofd naar haar toe.
'Maak je geen zorgen, Elies, het is een, euh, jeugdvriendin. Haar moeder was een oude vriendin van mijn moeder en wij zaten op dezelfde school dus waren wij ook goede vrienden. La-' Midden in mijn verhaal word ik onderbroken door de rinkelende telefoon.
'Sorry, die moet ik opnemen.' Haastig loop ik naar de huistelefoon.
'Met Dex Shine.'
'Ja, echt waar?'
'Oh, dat is geweldig! Dan komen wij haar morgen ophalen!'
'Daag.'
'Ja, echt waar?'
'Oh, dat is geweldig! Dan komen wij haar morgen ophalen!'
'Daag.'
'Wie was het?' vraagt Elisa als ik opgehangen heb. 'Oh niets bijzonders. Het ziekenhuis over Lisa. Ze mag morgen naar huis.' vertel ik.
'Oh okee. Maar Dex, ga je nog verder met je verhaal over Hikari?' nieuwsgierig kijkt Elisa mijn kant op, terwijl ik op de bank plof.
'Euh, ja, ja natuurlijk. Waar waren we ook al weer? Oh ja..' langzaam vervolg ik mijn verhaal. 'Later is ze met haar moeder teruggegaan naar Japan. Daardoor zijn we het contact verloren. Best jammer, want we waren echt heel hecht.'
'Oh okee. Wel jammer inderdaad. Maar nu zijn jullie elkaar weer tegengekomen, dus kunnen jullie weer verder met jullie vriendschap. Waarom nodig je haar niet een keer te eten uit?' Elisa glimlacht. 'Dan kan ik haar ook ontmoeten! Doe het anders vrijdag. Dan is Lisa ook weer een dagje thuis.'
Ik sla een arm om Elisa heen. 'Wat ben je toch ook een lieverd!'
Update
De volgende morgen zitten we ons te vervelen in de wachtkamer van het ziekenhuis. Nou ja, wachtkamer, het is meer de hal. 'Wanneer komt ze nou?' Zucht Elisa geirriteerd. 'Geen idee.' mopper ik zacht.
Ondertussen tikt de receptioniste irritant op het toetsenbord, waardoor ik nog meer geirriteerd raak. Tot slot probeert ze ons ook nog te helpen. 'Meneer, er liggen ook nog tijdschriften die u kunt lezen. Uw dochter zal er vast snel aankomen.'
Elisa krabt aan haar schouder en stoot mij daarna aan. 'Hahahaha, Lisa je dochter. Zal ze vast leuk vinden!' lacht ze zachtjes. Ik kijk haar boos aan. 'Hou je kop.' zeg ik zacht.
Na meer dan een halfuur wachten komt Lisa eindelijk aan. Ze draagt Caitlin in haar armen. 'Yo gassies!' roept ze opgewekt. 'Eindelijk naar huis.' zucht ze, 'Ik word niet goed van dat vieze eten hier en die bedden liggen kut.'
'Hey, Liz. Wat deed jij allemaal? Serieus, het duurde eeuwig.' verzucht ik. 'Ja, sorry man. Moest Caitlinnie ook nog even verschonen en die dokter wilde nog iets zeggen.'
Nadat Elisa en Lisa Caitlin in de buggy hadden gezet, kunnen we naar huis. Lisa heeft blijkbaar haast, want ze loopt alweer ver voor ons.
Eenmaal thuis heeft Elisa een lekkere lunch als verrassing voor Lisa. Zij kijkt enthousiast. 'Wauw! Eindelijk eens normaal eten. Dat ziekenhuisvoer is echt prut.'
Elisa begint te lachen. 'Welkom thuis, Lizzy!' zegt ze vriendelijk.
De volgende dag verloopt vrij rustig. Lisa is alweer naar school en Dex is aan het werk op de kazerne. Caitlin heeft net haar flesje gehad en sabbelt nu op Elisa's haar. 'Niet doen, gekkie!' zegt Elisa, terwijl ze Caitlin in bed stopt. Dan hoort ze de telefoon rinkelen.
Elisa haast zich naar beneden. Ze werpt een blik op het display, maar herkent het nummer niet. Toch besluit Elisa op te nemen, misschien is het belangrijk. 'Goedemorgen, met Elisa Forest.' zegt ze met een glimlach op haar gezicht.
Die glimlach verdwijnt echter wanneer ze hoort wat er aan de hand is. Een serieuze blik verschijnt op haar gezicht, terwijl ze geïnteresseerd luistert wat de man aan de telefoon te vertellen heeft.